Sommige spelen werden met een stok of een racket gespeeld en formaten van speelvelden varieerden onderling . De grootste mat 166 bij 68 meter. De spelen waren gevaarlijk, de bal kon zware verwondingen aanbrengen met dodelijk afloop. 500 jaar geleden schreef de Spanjaard Diego Durán dat de spelers gebroken heupen en geplette organen konden oplopen.
Het spel is waarschijnlijk zo'n 1400 v. Chr. ontstaan in de lage tropische zones waar de rubberbomen groeien. Bij Pasa de la Amade is de oudste archeologische vondst gevonden van een balspelterrein. Rond 1000 v. Chr. begon het spel zich te verspreiden richting centraal Mexico.
Politiek gezien speelde het spel een grote rol en het had een religieuze lading. De Tolteekse koning Huemac speelde tegen de regengoden met de maisoogst als inzet. Elk zichzelf respecterende stad had een balspeelplaats.
Na verloop van tijd raakte het spel dieper verweven in de Meso Amerikaanse culturen.
Het spel diende ook als een middel om conflicten op te lossen zonder het voeren van oorlogen ook interne conflicten werden opgelost met het balspel.
Stabiele omgevingen met een centrale macht hadden weinig speelplaatsen terwijl instabiele plaatsen meer speelplaatsen hadden gebouwd. Toch vertoont het spel veel banden met oorlog.
Beelden van spelers uitgedost als krijger bestaan vandaag nog, iconisch komen krijgsgevangen telkens terug in de sculpturen van de speelvelden, die gebonden gevangenen tonen en de moderne Ulama werd tot voor kort gekoppeld met oorlog en vele associaties daarmee bestaan nog steeds.
De verliezers werden geofferd of juist de winnaars, wat als een eer werd beschouwd. Op de bal kan het lichaam van een krijgsgevangene (Yaxchilán) worden afgebeeld.
Het spel werd ook geassocieerd met vruchtbaarheid en verzekerde de groei van nieuwe Pulque dat uit de maquey cactus wordt gemaakt. De zon was verbonden aan de vruchtbaarheid en de bal zou een symbool zijn van de zon. Het offeren van de spelers zou kunnen staan voor de dood van de zon en het speelveld is het portaal naar de onderwereld, gebouwd op sleutelposities van ceremoniële plaatsen. Het spel zou staan voor de strijd tussen dag en nacht, leven en dood. De stenen ringen zouden staan voor de zonsopgang en zonsondergang.
Het spel werd ook als simpele recreatie gespeeld, op geïmproviseerde speelvelden, door vrouwen en kinderen.
De regels zijn onbekend, de enige aanwijzing komt van het moderne Ulama die overeenkomsten vertoont met het hedendaagse volleybal. De spelers spelen de bal heen en weer door hun heupen te gebruiken, tot één partij de bal laat vallen. In Postklassieke tijden speelden ze de bal door een stenen ring aan de muur. Een innovatie dat werd overgenomen door de moderne Tolteekse en Azteekse culturen. In het 16e eeuwse balspel, dat de Spanjaarden zagen, raakten spelers punten kwijt door de bal meer dan twee keer te stuiteren zonder de bal naar de tegenpartij over te spelen. Of door de bal uit het veld te kaatsen. Ook raakten punten verloren als een speler het niet lukte de bal door de ring te spelen wanner hij een poging waagde. De bal door een ring spelen was een zeldzaam moment omdat de ring zo'n zes meter van het veld stond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten